zondag 31 december 2017

Als ik naar jou kijk dan zie ik een stukje van mezelf

Deze woorden gaan gepaard met een spiegeltje dat wordt gedragen als button, ontworpen door Ane C. Ose, een Noorse documentairemaker woonachtig in Nederland. Ik stond met haar te praten in de supermarkt en terwijl ik haar aankeek, werd mijn aandacht afgeleid naar het opgespelde spiegeltje. De button nodigde uit tot praten en inderdaad zag ik in het spiegeltje een stukje van mezelf. Onwillekeurig moest ik glimlachen.

Ose kwam op het idee na het horen van de Geert Wilders 'Minder Marokkanen'- uitspraak. Waar de wereld, nog meer dan een jaar geleden, schreeuwt om verbinding met elkaar in plaats van polarisatie, kunnen haar woorden niet oprechter klinken. Mij raakten ze direct in mijn hart. Iedereen zou zo'n button moeten dragen en even stil staan bij die ander op straat, in de supermarkt, in de bus of tram die net als ik eet, drinkt, zorgen heeft over zijn/haar kind, moe thuis komt van een lange dag, maar ook kan lachen, helpen, delen.

Nu is het moment om niet alleen naar de ander te kijken maar hem/haar ook echt te gaan zien zonder vooringenomenheid. Als je je richt op de overeenkomsten, worden verschillen kleiner. Ik ben niet tegen verschillen. Goddank zijn die er, want ze verrijken het leven. Niets stompt meer af dan één enkel perspectief. Maar als verschillen betekent, dat een ieder vanachter zijn eigen raam naar buren loert en fantaseert hoe eng die wel zouden kunnen zijn vanwege kleur of klederdracht, dan is het tijd voor de spiegel. Niemand woont op een eiland en uiteindelijk zullen we het samen met elkaar moeten doen. Als kind keek ik met mijn ouders, de een Surinaams, de ander Nederlands, steevast elke zondagmiddag naar Star Trek. De serie was toen vernieuwend met zijn multiculturele cast en helaas nu nog steeds lijken veel films, tv en boeken te blijven hangen in de jaren '50 van de vorige eeuw. Wat kunnen we van zo'n oude serie uit de zestiger jaren nog veel leren. Maar voor nu zou iedereen de button van Ose moeten dragen. Een simpel iets dat bij de ander niet alleen een glimlach ontlokt, maar ook een moment van bezinning en hopelijk die van verbinding.


zaterdag 31 december 2016

De gunfactor

Eergisteren liep ik de snackbar binnen om patat te halen voor het avondeten. In de helverlichte ruimte zat een meisje, niet ouder dan 12 jaar, aan een van de formicatafeltjes te wachten. Ze was fragiel en droeg duidelijk een jas en een broek die minstens twee maten te groot waren. Haar schoenen waren mannenschoenen waar ze in slofte. Mijn blik werd steeds opnieuw naar het gezicht van het meisje getrokken. In een andere setting, meer voorspoedige levensomstandigheden zou het een mooi meisje zijn geweest met haar lange blonde haren en grote ogen. Ik glimlachte naar haar, maar haar ogen ontweken mijn blik. Haar mond was vertrokken tot een dunne streep, dat maakte haar smalle gezicht spits en hard. Ze denkt vast, wat moet die vrouw van me, dacht ik. Ze ontweek ook de blik van de van de snackbarmevrouw, een moslima, die haar hielp met haar grote bestelling. Het meisje leek voor 18 euro merendeels patat te hebben gekocht. Ik haal één portie patat en die deel ik met mijn zoontje en dan hebben we nog over. Dus voor 18 euro haal je voor een weeshuis patat bij deze snackbar. Ik bleef naar haar glimlachen ook al keek ze me niet aan en ik wenste dat ik rijk was. Helaas ben ik vooralsnog armlastig, maar een meisje van twaalf hoort geen hard gezicht te hebben. Ze hoort leuke kleding te dragen die haar past. Het zou trots geweest kunnen zijn of schaamte, dat zij geen oogcontact maakte met ons. Bij haar aanblik wilde ik in ieder geval op dat moment niets lievers dan haar het blije, ontspannen gezicht gunnen dat bij een kind hoort.

Bij ons thuis hadden wij ook niet breed, maar ik heb als kind altijd passende kleding gehad. Wel was het verdriet van thuis, de vele ruzies en spanningen, van mijn gezicht te lezen als ik 's ochtends naar school liep. Op de brug kwam ik regelmatig een gekleurde man tegen die me altijd aan het lachen probeerde te maken omdat ik zo verdrietig keek. Dat moment dat iemand medeleven toonde, betekende wat voor me en dat herinner ik me nu nog even scherp als de dag van gister. Zo werkt volgens mij ook de gunfactor. Die man herkende iets bij mij en gunde mij een glimlach. Ik herkende de harde blik van het meisje en gunde haar het kind-zijn.

Misschien als mensen elkaar weer wat meer bekijken als mens, die in de basis qua gevoelens gelijk zijn. Worstelingen en tegenslagen zijn voor alle mensen lastig, maar als het een keer mee zit, geniet iedereen daar net zo van. Misschien is er dan ook weer ruimte om elkaar wat te gunnen. Ten slotte is elkaar gunnen ook een uitnodiging tot verbinden en dat heeft deze wereld nu juist zo hard nodig.

donderdag 13 oktober 2016

Deep Democracy oftewel hoe het referendum de bijl zet in de democratie

De Britten zijn nog aan het nahijgen van hun catastrofale Brexit-referendum. De Colombiaanse president wint de Nobelprijs voor de Vrede terwijl de Colombiaanse stedelingen (50,21%) tegen het vredesakkoord met de FARC stemden. De Colombiaanse plattelandbewoners (49,78%), die het meest lijden onder de strijd met de guerilla's, stemden voor. 

Onlangs ben ik in mijn nieuwe baan als raadsgriffier getrakteerd op scholing waaronder een training Deep Democracy. Overgewaaid uit de jonge Zuid-Afrikaanse democratie neemt de meerderheid de stem van de minderheid mee in zijn besluitvorming. Ik was zeer nieuwsgierig hoe dat in zijn werk ging. Het klonk als een utopie, het nemen van beslissingen waar een ieder zich achter kan scharen.

Met populistische uitspraken als 'zonder referendum negeer je het volk', lijkt de politiek tegenwoordig gehoor te geven aan de wens van het volk betrokken te zijn door referenda uit te schrijven. De vraag is of een referendum daarbij de juiste weg is. Mensen nemen op basis van emotie een belangrijke beslissing die iedereen aangaat, maar die is teruggebracht tot een 'ja' of 'nee'-besluit. Vervolgens stemt 51% voor en 49% tegen en de beslissing (lees: bijl) valt. De helft die het er niet mee eens is, heeft pech gehad. De meerderheid heeft gesproken, maar die meerderheidsmarge kan zo klein zijn dat die benaming op zijn zachtst gezegd vertekend. De helft van de bevolking wordt niet gehoord met het risico dat een bevolking recht tegenover elkaar komt te staan.

Politiek filosoof Alexis de Tocqueville (1805-1859) waarschuwde voor de tirannie van de meerderheid waardoor minderheden zich verdrukt voelen om vervolgens hun heil te zoeken in geweld. Een bekend fenomeen vandaag de dag en niet echt een wenselijke situatie in onze huidige, gepolariseerde en daardoor explosieve wereldwijde samenleving.

Deep Democracy gaat ervan uit dat alle meningen gehoord moeten worden. Daarna volgt er een stemming waar een meerderheid uit voorkomt. Voordat de meerderheid beslist, vraagt deze aan de minderheden wat zij nodig hebben om mee te gaan in het besluit van de meerderheid. Deep Democracy noemt dat de 'wijsheid' van de minderheid. Vervolgens wordt er opnieuw gestemd en onderhandeld net zolang totdat iedereen zich gehoord voelt en zich kan vinden in het besluit van de meerderheid. Dat is iets anders dan 'polderen' waarbij een minderheid wordt 'doodvergaderd' en daarom instemt.

Ik moest vooral denken aan al die politieke partijen die staan voor referenda zoals PVV, SP maar met name aan D66, ooit genaamd Democratie '66. Uitgerekend die partij omarmt het referendum en stevent af op een verdubbeling van hun TweedeKamerzetels bij de komende verkiezingen. Hoedt u voor tirannie en kies uw volksvertegenwoordigers met wijsheid. Als samenleving kun je maar beter luisteren naar wat er speelt, zodat je er wat mee kan doen in plaats van het te negeren.

woensdag 31 augustus 2016

De nieuwe asocialen rijden een mercedes of maserati

Vroeger was een zogenaamde aso te herkennen aan een slonzig voorkomen en een grote bek. Zelfs onze huidige minister-president gebruikte de uitdrukking 'gedraag je niet als een Tokkie' om aan deze bevolkingsgroep te refereren. Maar de afgelopen jaren heeft in ieder geval in Amsterdam zich een nieuw soort asociaal ontwikkelt, die uiterlijk zijn of haar best doet om in de categorie 'mooie mensen' te vallen. De mannen zijn niet meer zo heel jong, maar doen zich jong voor. Oudere jongeren, zeg maar. Ze hebben al dan niet hard gewerkt, maar boeren in ieder geval goed. De nieuwe aso rijdt auto en de Amsterdamse gracht is maar net breed genoeg voor hun bolide. Dat het merendeel van de bevolking zich per fiets verplaatst, is lastig. Het moet in ieder geval niet naast hun auto rijden. Dan laten ze je bij voorkeur even flink schrikken door te claxonneren, lachen! Ze willen er langs dus moet de fietser maar op de stoep rijden? Bij het stoplicht, die nu eenmaal geldt voor iedereen, is obscene gebaren maken naar het kind achterop bij moeder op de fiets dan ook heel normaal.

Als tenslotte de nieuwe aso na een lange dag hard werken eindelijk om 23.30 uur thuiskomt, wil hij of zij even stoom afblazen bij voorkeur met muziek op volume 10 en de ramen van het grachtenpand open. Hard werken staat nu eenmaal gelijk aan hard feesten. Dat moet namelijk kunnen. De nieuwe aso heeft het breed en wat moet je met al dat geld als je het niet breed kunt laten hangen. Hun leven is een groot netwerk en al die vrienden nodigen ze allemaal uit op hun feestjes op het dakterras of in de tuin. De feestjes zijn gekleurd door al of niet designer drugs in combinatie met alcohol. Tja en dan vergeet je weleens dat je niet alleen op de wereld aan het feesten bent, maar dat je buren hebt, voor wie de volgende dag de wekker om 7 uur gaat. Met veel geld kun je je lekker richten op jezelf. Hufterig gedrag? Ach, zeur niet zo, dan doe je oordoppen in. De nieuwe aso is domweg zichzelf en dat moet gewoon kunnen. Een beetje zoals D. Trump maar dan iets jonger.

donderdag 30 juni 2016

Nobody wants to read your sh*t

Iedereen die schrijft, zit wel eens vast. Het is dan heel fijn om een coach te hebben die je oppept zodat je de laatste meters tot de finish weet te halen en niet voortijdig opgeeft. Soms is die coach een boek, soms een radioserie op internet. Wekelijks luister ik naar de podcasts van Tim Grahl, beginnend schrijver en Shawn Coyne, doorgewinterde redacteur en auteur van The Storygrid, oftewel hoe redigeer ik mijn eigen boek. De podcasts elke dinsdagavond gaan over het wel en wee van Grahl tijdens het schrijven, fouten maken en herschrijven aan de hand van zijn eerste fictieboek. Shawn geeft hem direct feedback volgens The Storygrid. Het is een stoomcursus schrijven zonder het wiel uit te hoeven vinden waar je anders tien jaar over doet. Grahls frustratie is zeer herkenbaar en daarom zo bemoedigend voor iedereen die in hetzelfde schuitje zit. 

Sinds vorige week is (scenario)schrijver Steven Pressfield (The legend of Bagger Vance, Gates of fire) aangeschoven. Pressfield is van hetzelfde no-nonsense laken het pak als Coyne. Samen hebben ze een uitgeverij waar je nu nog gratis tot middernacht 30 juni (ik denk New York tijd) zijn laatste zelfhulpboek in schrijven kunt downloaden op http://shop.blackirishbooks.com/pages/nobody-wants-to-read-your-sh-t-download?utm_source=tsg&utm_medium=email&utm_campaign=Nobody&ct=t(Blog_946_27_2016).
In Nobody wants to read your sh*t geeft hij met humor superkorte uit-het-leven-gegrepen adviezen om over die enorme drempel te kunnen klauteren waar iedereen wel eens tegen aanhikt die iets wil bereiken en schrijvers in het bijzonder.


Doe er je voordeel mee en alles wat in The Storygrid, ook erg prettig als schrijfhulp, staat, is ook gratis te lezen op storygrid.com.

dinsdag 31 mei 2016

Niet 100% NL

Ik ben geboren en getogen Amsterdammer. Als je in Amsterdam bent geboren, dan word je door de burgemeester verwelkomt als Amsterdammer ongeacht de afkomst van je ouders. Maar 100% procent NL word ik niet. De overheid maakt wettelijk onderscheid tussen autochtone Nederlanders met zoveel generaties 'puur' Nederlands bloed en de allochtone Nederlander als er drie generaties terug sprake is van een voorouder die niet in Nederland is geboren.
Mijn vader was in een Nederlandse kolonie geboren, maar hij werd niet gezien als Nederlander, maar in zijn geval als Surinamer en allochtoon. Mijn moeder was geboren Rotterdamse en autochtoon, maar ik blijf volgens de wet allochtoon, zo ook mijn kind en zijn eventuele kinderen.
Waarom dit onderscheid en is deze wet wenselijk en houdbaar?
In Amerika geldt: spreek onze taal, volg onze regels dan ben je een van ons. En dat is goed voor de cohesie van een land. Het onderscheid autochtoon/allochtoon betekent gevoelsmatig dat ik en velen met mij er nooit helemaal bij horen. Het feit dat de overheid dat onderscheid maakt tussen wij en zij, is een vrijbrief voor het 'autochtone' volk om daar in te volgen. En ze staan in hun recht, want het is wettelijk zo vastgelegd.
Niemand wil toegeven hoe schadelijk deze subtiele vorm van segregatie is en wat de gevolgen zijn voor een maatschappelijk klimaat. De wet verdeelt het volk in wij- en zij-groepen, maar de overheid wil wel dat de zij-groep zich onderwerpt aan de wij-groep als in één voor allen ook al is het niet allen voor één. Is het dan vreemd als een allochtone Nederlander zich terugtrekt in zijn eigen hoek met mede-allochtonen? Een bekend verschijnsel bij afwijzing is dat de afgewezene de afwijzende ook afwijst. Volgt u het nog?

Ondertussen schreeuwt het onrustige klimaat met polarisatie, radicalisering en terrorisme om eenheid en saamhorigheid. Als mensen zich geaccepteerd voelen dan is er geen behoefte om zich af te scheiden en worden wij als Nederlands volk daadwerkelijk één. Zo werkt integratie. Maar de overheid moet die stap maken, zodat ik niet langer hoef uit te leggen 'waar ik vandaan kom' als ik zeg dat ik uit Amsterdam kom. Dan is het namelijk vanzelfsprekend dat Nederlanders met al zijn voormalige koloniën, gastarbeiders en als onderdeel van Europa nu eenmaal niet allemaal blond haar en blauwe ogen hoeven te hebben. Eén voor allen en allen voor één is het enige antwoord op de heersende onrust gevoed door wraaklust van terroristen.


zaterdag 30 april 2016

To be smart phone or not to be smart, een tweedeling van de maatschappij

Onlangs was mijn zoontje serieus ziek: bloed braken, suf als in niet aanspreekbaar en hoge koorts. Nadat we eerder 's nachts door het ziekenhuis terug naar huis werden gestuurd want 'hij was nog te goed' om opgenomen te worden, werden we dat 33 uur later wel. Hij had zoveel pijn dat ik hem niet meer mocht aanraken. Het braaksel werd ter plekke aanschouwd door een stoet aan artsen-in-opleiding, verpleegkundigen en co-assistenten.

De volgende dag kwam de 'echte' als in volleerde kinderarts aan zijn bed. Hij begon tegen mijn zoontje te praten, maar er kwam nauwelijks wat uit. Het kind lag als een dood vogeltje in bed. De arts begon een verklaring te zoeken voor het braken van bloed. Hij had een bloedneus gehad die nacht, dat zou het kunnen zijn. Echter het braken was al dagen geleden begonnen en toen had hij geen bloedneus. Hij had door overgeven een wondje in zijn keel gekregen en zo leek het alsof hij bloed braakte, opperde de arts. Hij had echter altijd overgeven met bloed en niet zonder. Het was duidelijk dat men in het duister tastte over de oorzaak van zijn conditie, maar na deze opmerkingen begon ik mijn geduld te verliezen.

De kinderarts verweerde zich omdat ik geen foto kon produceren van het braaksel. Even stond ik met mijn mond vol tanden. Had ik een foto moeten maken? Iedereen heeft het toch zien gebeuren. Is er dan geen overdracht van informatie? De man haalde zijn schouders op en zei dat hij het niet had gezien en een volgende keer moest ik maar een foto maken zodat hij die kon beoordelen. Ik ging op dat moment niet meer met hem in discussie. Zelf onderzocht hij mijn kind met zijn smartphone waar een lichtje in zat om in zijn keel te kijken.

Maar ik heb geen dure smartphone. Ik heb een goedkope telefoon waarmee ik kan bellen en gebeld worden, dat is waarvoor ik hem gebruik. Maar in het hoofd van de kinderarts en al eerder H&M heeft iedereen een smartphone net zoals iedereen inmiddels een koelkast thuis heeft en als je dat niet hebt, dan tel je niet mee. Die nacht braakte mijn kind en de nachtzuster maakte met haar privételefoon een foto. De arts in opleiding die in het weekend langs kwam, meldde: dat ze op zo'n foto echt niets kon zien. Misschien toch maar vertrouwen op de 'antieke' manier van informatie-overdracht als in dossier bijhouden?